den. De patiënt heeft het koud of voelt koud aan. Bij virusinfecties een belangrijk middel vanwege eveneens een antivirale werking. Ook is lachesis in staat veel etterstof op te ruimen, bij uierontsteking ontstaan door ecthyma altijd toepassen. Echinacea angustifolia (smalle purperhoed) versterkt het immuunsysteem tegen een invasie van bacteriële ziekte- verwekkers, de biologische immuniteit van de patiënt wordt erdoor verhoogd. Phytolacca (westerse karmozijnbes) komt in aanmerking als er zwellingen van slijmvlies van slokdarm, mondslijmvlies of pensslijmvlies zijn opgetreden. In dat geval ook inzetten, maar tevens bij uierontsteking ten gevolge van ecthyma. Apis mellifica (bijengif). Dit middel werkt op de huid en de slijmvliezen, vooral als er sprake is van oedeemvorming. Apis mellifica wordt toegepast bij zwelling van de slijmvliezen maar ook bij ontstekingen van de huid met roodheid, sterke zwelling en stekende pijn. Aconitum napellus(monnikskap) past bij heftige ontstekingsverschijnselen, vaak met koorts. Indien het tijdig wordt toegepast zet de ontsteking vaak niet door (denk daarbij ook aan een uierontsteking). Sulphur (bloem van zwavel) past bij huid en slijmvliezen, het huidmiddel bij uitstek. Toegepast in een hoge potentie verhoogt het de reactiviteit van elke lichaamscel en tevens werkt het middel als katalysator: de werking van de andere gebruikte homeopathische middelen wordt versterkt door sulphur. Hepar sulfuris (oesterschelp en bloem van zwavel) past bij etterige huidontstekingen op allerlei plaatsen van het lichaam.
Bronvermelding:Groene reeks, Schapenteelt en schapeziekten ISBN 90 6255 006.1, Gezonde schapen ISBN 9789054391838 en Handboek Enkelvoudige Homeopathie, VSM 1996.