zien we het volgende: de paarden zijn in een prima conditie, gaan als een speer van start, lopen 3/4 van de koers of wedstrijd op kop en storten dan ineens volkomen in elkaar. Ze kunnen de finish bijna niet halen, alle spieren verstijven ineens. Dit verschijnsel is een soort beveiligingssysteem van het lichaam. Als alle zuurstofreserves in de spieren zijn aangesproken om een buitengewoon grote prestatie te leveren, komt er melkzuur vrij in de spieren. Het gevolg is dat de spieren praktisch niet meer in staat zijn om prestaties te leveren, ook wel verzuring genoemd. Veel topsporters hebben hier last van. Het is de kunst om de beschikbare hoeveelheid energie / zuurstof zodanig van het begin af aan te verdelen (niet te snel van start gaan) dat tot het einde van de te leveren prestatie zuurstof beschikbaar is.
Behandeling In de homeopathie kunnen we preventief inzetten acidum lacticum (homeopathisch verdund melkzuur)om een snelle verzuring tegen te gaan. Bij paarden met aanleg voor verzuring kan dit middel gedurende lange tijd worden toegediend. Het wordt veel preventief gebruikt bij paarden die een topprestatie moeten leveren, zoals harddravers. Uit praktijkervaringen blijkt dat verzuring inderdaad minder snel optreedt bij regelmatig gebruik van dit middel. Bij de acute vorm (maan- dagziekte) zetten we diverse traumamiddelen in als arnica (valkruid), het eerste traumamiddel om aan te denken. Verder hypericum (Sint Janskruid) als pijnbestrijder, rhus toxico- dendron (gifsumak) als spier- en gewrichts-
SPIERBEVANGENHEID / MELKZUURGISTING Indien een mens of dier een uitzonderlijke inspanningsprestatie moet leveren kan het voorkomen dat er melkzuurgisting in de spieren optreedt. Alle spieren verstijven ineens en verder bewegen zal een groot probleem zijn. Bij hardlopers in topsport zie je wel eens dat iemand helemaal wankelend en schokkend nog net over de finish komt.
Voedingsoorzaak Indien een paard op zijn rustdag hetzelfde voer krijgt als op zijn werkdagen, verbruikt het deze voeding niet en slaat extra suiker (in de vorm van glycogeen) op in de spieren. Zodra het paard gaat werken wordt direct al het glycogeen opgebruikt. Het lichaam kan onvoldoende zuurstof aanvoeren om deze verbranding goed te laten verlopen, waardoor een deel van het glycogeen zonder zuurstof wordt verbrand. Hierbij ontstaan extra afvalstoffen, waaronder melkzuur (lactaat). Het paard gaat kortere bewegingen maken, verstijft helemaal en zal uiteindelijk stil blijven staan. De achterhandspieren trillen heel erg en het paard gaat zweten en hijgen. Een paard met deze aandoening mag je niet forceren tot bewegen: ter plaatse inpakken met dekens en afwachten wanneer het zelf weer gaat bewegen. Vaak plast het paard donkerbruine urine: boordevol afvalstoffen. Meestal is dit een goed teken en is verplaatsen hierna wel mogelijk. De werkpaarden van vroeger hadden op zondag de enige rustdag per week en op maandag gebeurde het regelmatig dat een paard spierbevangen was. Daar komt de naam maandagziekte vandaan. Tegenwoordig noemt men het ook wel tying up. Bij ernstige gevallen kan uw dierenarts een bloedonderzoek doen om een indruk te krijgen van de mate van spierbeschadiging.
Duurprestaties Vooral bij paarden die snelheid- of duurprestaties moeten leveren, zoals harddravers, renpaarden en militarypaarden,