een huis/cattery. Op plaatsen waar veel katten samen worden gehouden zien we vaak dat één of meer katten letterlijk het pispaaltjezijn: de andere katten reageren zich dagelijks af op deze katten en meppen ze regelmatig de hoek in. Uit onvrede gaat de ranglaagste kat dan plas- sen in huis. Echter, ook de dominante kat kan in huis zijn territorium uit gaan zetten en volop sproeien om zijn geurmerken achter te laten.
Ook dementiebij de ouder wordende kat kan gedragsproblemen meebrengen. Het dier reageert soms apathisch, dan weer heel verschrikt. Het vraagt veel meer aandacht dan voorheen. Ook onzindelijkheid kan een gevolg zijn. De schrikreacties kunnen mede veroorzaakt worden doordat het dier slijtage krijgt aan ogen en oren: het ziet en hoort minder goed, waardoor de dingen vaak onverwacht voor het dier plaatsvinden: schrik! Overigens kan een dergelijk gedrag soms worden veroorzaakt door een verhoogde schildklierfunctie, dus altijd even laten controleren door uw dierenarts. Met behulp van homeopathie kun je enige invloed uitoefenen op het karakter van een dier. Een karakter is natuurlijk niet helemaal te veranderen, maar je kunt er wel de scherpe kantjes van afhalen, waardoor de gedra- gingen acceptabeler worden dan voorheen. Zo proberen we de dominante trekjes bij de ranghoogsten wat af te remmen, en de angstige trekjes bij de ranglaagsten te verminderen. We doen dit via een zogenaamde typediag- nose: het meest gelijkende middel zoeken bij een bepaald dier. In de homeopathie wordt het gelijke met het gelij- kende bestreden. Indien een middel in onverdunde vorm aan een patiënt wordt gegeven, veroorzaakt dit een aantal specifieke symptomen. Geeft men hetzelfde middel in homeopathische vorm (= een verdunning van het middel), geneest het juist deze specifieke (ziekte)symptomen. Zie ook het artikel OVER HOMEOPATHIE op de website. Neem bijvoorbeeld het gif arsenicum album. Dit geeft bij toediening in onverdunde vorm (ziekte)symptomen als onrust, angst,
Het komt regelmatig voor dat onze huiskatten een gedrag vertonen wat we als probleemgedrag omschrijven. Vaak betreft het katten die in een grotere populatie worden gehouden (2 of meer in één huis), maar soms ook een kat die als enige kat wordt gehouden. Meerdere oorzaken kunnen hieraan ten grondslag liggen.
Vaak ligt de wortel van bepaalde gedragsafwijkingen in een heel belangrijke periode van het kattenleven: de socialisatieperiode, de leeftijd tot ongeveer 8 weken. Heeft de kat in deze periode slechte ervaringen gehad met mens of dier, of leert het dier niet te wennen aan bepaalde dingen en situaties, dan valt de schade later nooit meer helemaal te herstellen. Ook stress is een belangrijke oorzaak van gedragsproblemen. Stress kan veroorzaakt worden door spanningen binnen het gezin, verveling, te weinig beweging, te weinig of juist teveel aandacht, etc. Ook kan een verkeer- de manier van straffen leiden tot gedragsproblemen.
Oorzaken Bij katten is de volgende reden heel vaak de oorzaak van gedragsproblemen: in de natuur kennen katten onderling een zogenaamde relatieve dominantie. Afhankelijk van het tijdstip van de dag en de plaats waar men elkaar tegenkomt, is de ene of de andere kat de baas. Het kan voorkomen dat kat A van 7-10 uur een bepaalde zitplaats heeft en hier de baas is, terwijl kat B van 12-15 uur op dezelfde zitplaats zit en er dan de baas is. De dominantie is dus geen wet van meden en perzen, maar gerelateerd aan plaats en tijdstip. Dit in tegenstelling tot honden: zij kennen een absolute dominantie. Als de rangorde eenmaal is bepaald, blijft de dominante hond altijd de baas, ongeacht het tijstip of de plaats van treffen. Bij katten die in hetzelfde huis worden gehouden ontstaat een vorm van dominantie zoals bij honden: absolute dominantie. Dit betekent, ondanks dat dit voor katten niet natuurlijk is, dat er één of meer ranghoogsten en één of meer ranglaagsten zijn in