Copyright: © Homeo-Natura 2009
                 Wij zijn van maandag t/m woensdag telefonisch bereikbaar van 10.00 tot 11.00 uur
Pulsatilla
acidose).
Symptomen: kunnen geleidelijk of acuut optreden, dieren
zonderen zich af, eten minder, herkauwen minder, lopen
wankel en zijn traag en slap. In een volgend stadium
blijven ze liggen, kunnen blind worden, spiertrekkingen en
spiertrillingen hebben, hoge pols en/of ademnood. De
uitgeademde lucht ruikt naar aceton en uiteindelijk raken
ze in coma en sterven.
Diagnose: de diagnose kan worden gesteld aan de hand
van de verschijnselen én bloedonderzoek, aangezien
bijvoorbeeld de ziektebeelden van melkziekte en
kopziekte er op lijken. Alleen in het beginstadium van de
ziekte heeft een behandeling zin, in een later stadium is
het dier meestal niet meer te redden.
Behandeling: aantal mogelijkheden, o.a.
inspuiting van glucose in combinatie met
insuline, oraal glycerol of propyleenglycol
en een eenmalige inspuiting met cortico-
steroïden (dexamethason of prednisolon),
geconcentreerde electrolytoplossing oraal.
Verder de eetlust stimuleren door het
aanbieden van smakelijk licht verteer-
baar voedsel (krachtvoer, voederbie-
ten, aardappelen, pulp en smakelijk
hooi) en het stimuleren van lichaams-
beweging. Preventie: aan het begin van
de dracht vervetting proberen te voor-
komen, de laatste 6 weken van de
dracht juist zorgen voor voldoende
(kracht)voer. Eventueel de schapen ruim
voor het aflammeren scheren: geschoren
ooien nemen meer voer op en kunnen
hun warmte beter kwijt, wat de kans op
acetonemie verkleint.

Homeopathische mogelijkheden
(naast boven-
staande):
Pulsatilla (wildemanskruid) en arnica
(wolverlei), altijd toepasbaar bij ernstig ver-
Pagina 1 van 4
Pagina 2 van 4
SLEPENDE MELKZIEKTE (ACETONEMIE) EN MELKZIEKTE
(HYPOCALCAEMIE)


In het voorjaar worden veel lammetjes geboren: een prachtig
gezicht als deze dartele beestjes dansend en springend door
de weide dartelen. Onlosmakelijk verbonden met dit jonge
leven is de bevalling van het moederschaap: de ooi. Omdat
daarbij onderstaande problemen regelmatig voorkomen, lijkt
het me goed dat eens duidelijk uit te leggen. Bij snel
optreden kan onnodige sterfte van het moederschaap/de ooi
worden voorkomen.

Slepende melkziekte / acetonemie
Chronisch gebrek aan energie met totale uitputting tot
gevolg. Een stofwisselingsziekte die optreedt aan het eind van
de dracht, meestal bij ooien die drachtig zijn van een meer-
ling. Vooral vette en erg magere ooien zijn hier vatbaar voor
(ook wel drachtigheidsvergiftiging genoemd).
Oorzaken: ongeveer 70% van het gewicht van het lam wordt
de laatste 6 weken van de dracht gevormd. De oorzaak van
de ontsporing van de stofwisseling is een combinatie van een
toegenomen energiebehoefte door de snel groeiende
lammeren en een verminderde opname of opnamecapaciteit,
waardoor ze haar vetreserves aanspreekt. Bij de vetafbraak
komen dan vetzuren en glycerol vrij dat kan worden omgezet
in glucose en dan dient als brandstof. De lever kan dit grote
aanbod vetzuren ineens niet aan en zorgt voor een gedeel-
telijke omzetting in de ketonlichamen acetoacetaat en
betahydroxybutyraat: gifstoffen. Indien de ooi te weinig voer
krijgt aangeboden of te weinig opnamecapaciteit heeft (bij
meerlingen weinig ruimte in de buik, waardoor het pens-
volume kleiner is), of als het voer te weinig voedingsstoffen
bevat, kunnen deze problemen ontstaan. Een ooi die aan het
begin van de dracht heel vet is heeft minder ruimte in de buik
aan het eind van de dracht. Gevolgen: een verlaagd bloed-
suikergehalte (hypoglycaemie), een verhoogd gehalte van
het bloed aan ketonlichamen, de giftige stoffen  betahy-
droxybutyraat en acetoacetaat (hyperketonemie en
acetonemie) en een verzuring van het bloed (metabole
Volgende pagina