De jaarling die er het slechtst aan toe was geweest blaakte ineens van welvaren en was in drie weken tijd geheel door de verharing heen gekomen. Het dier vertoonde geen tekenen meer van snotterigheid en dikke klieren, alle wratten waren verdwenen en de huid was prachtig glad. Het wrattenmiddel bij het ziektebeeld van dit paard was acidum nitricum (salpeterzuur), een middel dat overigens niet bij alle soorten wratten inzetbaar is. De resultaten waren zodanig goed, dat we besloten de jonge dieren geen vervolgkuur te geven. De gezondheid van de koerspaarden was verbeterd maar naar mijn idee nog niet optimaal. Enkele dieren hadden nog last van opgezette klieren en/of snotterigheid. Deze paarden heb ik een vervolgkuur van drie weken voorgeschreven: de middelen van de eerste drie weken met als aanvulling eerder genoemde phytolacca en lachesis. Na een totale behandeling van zes weken waren ook deze paarden in prima conditie en was verdere behandeling niet nodig.