Thuja (Westerse levensboom) kan preventief worden ingezet. Bij voorkeur enkele dagen vóór de enting, de dag van de enting en enkele dagen erna thuja ingeven. Er treden dan praktisch nooit entreacties op. Eveneens preventief kan men echinacea angustifolia (smalle purperhoed) aan het paard geven om het immuunsysteem te stimuleren. Heeft het paard toch wat ent- reacties als hoesten, koorts, stijfheid, dan gebruiken we o.a.: Luffa operculata (sponskomkommer)werkt gunstig op slijmvliezen van neus, keel en bijholten, en het maag-darmkanaal. Drosera (ronde zonnedauw) werkt gunstig op de bronchiën. In elk geval inzetten als het paard hoest. Dulcamara (bitterzoet) werkt gunstig op het centraal zenuwstelsel, de spieren en gewrichten, urinewegen en bron- chiën. Heeft het paard neurologische problemen als coördinatiestoornissen en/of verlammingsverschijnselen, gebruiken we o.a.: Arnica montana (wolverlei), een traumamiddel bij uitstek, altijd inzetbaar bij dit soort problemen. Hypericum perforatum (Sint Janskruid) bevordert het herstel van getraumatiseerd zenuw- en zenuwrijk weefsel. Ruta graveolens (wijnruit)bevordert de regeneratie. Magnesium phosphoricum (magnesiumhydrogeenfosfaat)is een middel